Vaughan Williams – Dona Nobis Pacem

TOONKUNST INTIEM MET FAURE EN GROOTS MET VAUGHAN WILLIAMS

Grote Kerk Almelo. Vrijdagavond 6 november 2015. Concert door Toonkunst Almelo.

Programma:
Cantique de Jean Racine en Requiem van G. Fauré.
Pater Noster, van P. Vasks.
Dona Nobis Pacem van R. Vaughan Williams.

Sopraan, Hilde van Ruymbeke.
Bariton, Jan Douwes.
Jongenssopraan, Daniel Hoogenberg.
Vleugel/orgel, Gerrie Meijers.
Orkest , NAtionaal Symfonisch KAmerorkest.
Dirigent, Arno Vree.

De start van het concert werd uitgesteld door verkeersproblemen waardoor een aantal orkestleden nog niet aanwezig was. Toch had de uitvoeringskwaliteit van dit concert er niet onder te lijden. Integendeel zelfs. Toonkunst stond op “scherp” want het gehele programma moest nu zonder pauze uitgevoerd worden. Een verfijnd programma waarin de actualiteit van oorlog en vrede bij Vaughan Williams te horen was en het gemis om mensen en de bede voor innerlijke rust bij Fauré en Vasks. “Cantique” van Fauré en het ” Pater Noster” van Vasks sloten wat klankidioom prachtig op elkaar aan. Een zeer goede keuze. De strijkers van het orkest “NASKA” vormden een een perfecte eenheid die gedurende het gehele concert draagkracht, emotie en lichtheid lieten horen. Daarbij sloten de koorklank en koorbalans van Toonkunst subliem aan. Dat de sopranen van dit koor zeer goed zijn, weten de regelmatige bezoekers wel, maar nu manifesteerden de tenoren- en bassen zich ook optimaal. Exacte inzetten bij “Jean Racine” en daardoor vloeiden beide werken vanuit een goede koordiscipline goed door. Instrumentaal zijn de composities van Vasks uitdagender en moderner dan zijn religieus koorwerk. Toch moest Toonkunst alle muzikale zeilen bij zetten om het “Amen” van het Pater Noster goed te vertolken . Bij het “Dona Nobis Pacem” van Vaughan Williams had de perfect leidende dirigent Arno Vree gekozen voor een kleine orkestbezetting met ondersteuning van een vleugel. Hoewel het werk voor groot orkest geschreven is, met zelfs de mogelijkheid van een toegevoegd orgel , klonk het geheel zeer acceptabel. Zo kan het dus ook.Wat balans aangaat had de vleugel beter bij het orkest kunnen staan. Nu vormde, waarschijnlijk door praktische problemen, de vleugel niet steeds een deel van het ondersteunende orkest. Dat lag niet aan de zeer adequaat begeleidende Gerrie Meijers. De kern van dit zeer geslaagde concert lag toch wel bij dit uitzonderlijke werk. Koor, orkest en solisten vertolkten deze compositie met muzikale diepgang. Ingetogen koorklanken tegenover de opzwepende “beat, beat , drums”. De sopraan oversteeg het koor met muzikaal gezag en sloot indringend af met “dona nobis pacem”. De bariton verklankte de poëzie van Vaughan Williams “softly and generous”, o.a in de Reconciliation. Vanuit diezelfde muzikale optiek weerklonk het Requiem van Fauré. Overbekend maar op deze wijze uitgevoerd, een verademing, een feest van herkenning. De organiste liet het Vierdag koororgel vanuit een uitgekiende registratie een bijzondere bijdrage leveren. Het Pie Jesu, gezongen door de jongenssopraan ontroerde het talrijke publiek, glashelder en muzikaal.

Jos Keijzer.