MONUMENT VOOR KOORMUZIEK BIJ TOONKUNST ALMELO

Almelo, Grote Kerk, 3 November 2017, Oratoriumkoor Toonkunst Almelo

Sint Joris Mis van Herman Finkers
Mirror of Perfection van Richard Blackford
Prayer of St. Francis van Allen Pote
Elegischer Gesang van Ludwig van Beethoven

Orkest: Nationaal Symfonisch kamerorkest (NASKA)

Dirigent: Arno Vree

Sopraan: Irma ten Brinke, Bariton: Daniël Hermán Mostert

All Souls – All Saints

In een volle Grote kerk te Almelo voerde oratoriumkoor Toonkunst een aantal werken uit vanuit de optiek van duister naar licht. Het duister voor de Allerzielen werd verklankt bij Bach en Beethoven. De mis van Finkers zat daar als een muzikaal scharnierpunt tussen. Zeker met het Agnus Dei en de intiemere herschrijving van de instrumentale begeleiding. Bij Allerzielen werd een ode gebracht aan Georgius in de Joris-Mis en aan Franciscus in het werk van Pote en Blackford.

Met de Sinfonia uit de cantate van Johann Sebastian Bach “Ich steh mit einem Fuß im Grabe” werd het concert geopend. De hobo liet een prachtige melodie horen, terwijl de begeleidende strijkers korte muzikale begeleidingsstapjes deden die aanvoelden als de regelmatige stappen op een begraafplaats en het luiden van de klok.

Een goed moment voor het talloze publiek om even tot rust te komen, een bezinningsmoment om de aandacht te scherpen. De strijkers van het kamerorkest lieten bij het Eligischer Gesang van Beethoven een homogene klank horen. Prachtig samenspel, hetgeen het gehele concert constant bleef. Een treurlied voor een jong overleden moeder waarin orkest en koor elkaar zin voor zin afwisselden. Die ingehouden inzetten vooral aan het begin van een concert zijn en blijven een opgave waar de vrouwenstemmen zich beter wisten te handhaven. Toch was de weergave zachtmoedig en troostend.

Herman Finkers schreef spontaan een Agnus Dei. Ter gelegenheid van zijn huwelijksinzegening in 1990 voltooide hij dit Agnus Dei tot een volledig in het Latijn gezongen mis. Omdat deze huwelijksinzegening plaatsvond in de Georgius (Joris-/Sjors-)kerk in Almelo werd de mis aan Sint Joris gewijd. Actueel is wel dat deze ook de beschermheilige is van de Catalanen. Later schreef hij er een Credo bij en een bewerking voor koor met een groter ensemble. Daarna herschreef hij zijn mis in een versie voor strijkkwintet, hobo, harp, klavecimbel en koor. De Missa in Georgii 2.2.honorem Sancti. Deze uitvoering werd bij dit concert ten gehore gebracht. Componist Finkers was zelf aanwezig. De intieme benadering paste wonderwel in het muzikale concept van dit concert. De mis bevat vele raakvlakken met het gregoriaans in het kyrie en een gloria vol “Rutter” elementen, beweeglijk en een prachtige stemvoering door het koor. Hier waren de tenoren perfect te horen. Het koor manifesteerde zich in een golvende beweging met de omlijsting van de harp. De sopraan presenteerde zich in enkele maten met een prachtige volle stem, loepzuiver reikend tot de uiterste hoeken van de kerk. Orkest en koor waren goed op dreef

Bij de Prayer of St.Franciscus van Allen Pote was, bij dit oorspronkelijke à capella werk voor koor, een arrangement gemaakt voor strijkersensemble en koor. Hier werd een harmonieuze uitvoering ten gehore gebracht. Subtiel en verfijnd. Sopraan, koor, strijkers en de harp voelden elkaar aan. Dit klonk veel aangenamer dan de Amerikaanse koren die vaak een te groot vibrato hebben bij de sopranen. Dirigent Arno Vree straalt rust en zekerheid uit en vormt vooral een eenheid met het koor.

Hoe goed ook er gemusiceerd werd, de topper van dit concert was toch wel “Mirror of Perfection” van Richard Blackford. Hij schreef een zevental hymnen gebaseerd op het Zonnelied van Franciscus en de liefde. Voor velen onbekend, maar na deze uitvoering een compositie die vaker mag terugkomen. De Engelsman Blackford schreef filmmuziek, opera’s, musicals en liederen. Voortgekomen uit de avant garde en dan deze aansprekende compositie. Dat het koor hard gestudeerd moet hebben, was wel duidelijk. Italiaans waar de uitspraak net even anders is als het Latijn. Muzikale wendingen volop in ritmiek en dynamiek. In deze uitvoering was extase en intimiteit te horen. Het orkest gaf diepwarme klanken door de met de cello’s en contrabassen. Hoorns en slagwerk gaven extra dynamiek. De bariton opende met het Laudate. Wat een overtuiging en een muzikale vertolking en zeggingskracht. De Canticle of the Birds vertolkte hij in het Frans, wonderschoon. Wat een dictie. De sopraan ontroerde bij Canticle vier “Di si dolce spendore”. Breed waar nodig en dan in het allerhoogste register heel verfijnd af kunnen sluiten. Dat gebeurde bij het orkest zeker in de afsluitende Canticle of Peace, De strijkers bouwden een klank als een orgel op. Bij een enkele muzikale ontsporing wist men onder de vaardige leiding van dirigent Arno Vree direct weer in de muziek thuis te raken. Het directieplezier straalde er van af.

Muzikaal gezien was voor dit concert een “heiligverklaring” oprecht verdiend.

Jos Keijzer